Verspilling

De 7 Verspillingen (Muda)

Binnen Lean zijn 'Muda' (Japans voor verspilling) alle activiteiten die middelen verbruiken, maar geen waarde toevoegen voor de klant. Het herkennen en elimineren hiervan is essentieel voor efficiëntie en effectiviteit.

  1. Transport (Transportation):
    • Wat is het? Het onnodig verplaatsen van materialen, producten of informatie van de ene naar de andere plek. Dit voegt geen waarde toe aan het product en kan leiden tot beschadigingen of vertragingen.
    • Voorbeeld: Het verplaatsen van onderdelen tussen magazijnen, heen en weer slepen van documenten, onnodig veel klikken om informatie te vinden in een digitaal systeem.
  2. Voorraad (Inventory):
    • Wat is het? Meer voorraad aanhouden dan strikt noodzakelijk is voor de directe vraag. Dit geldt voor grondstoffen, onderhanden werk (WIP) en eindproducten. Voorraad verbergt problemen en kost geld (opslag, rente, veroudering).
    • Voorbeeld: Te veel producten in het magazijn, een stapel onverwerkte e-mails in je inbox, te veel componenten die wachten op montage.
  3. Beweging (Motion):
    • Wat is het? Onnodige bewegingen van mensen (medewerkers) die geen waarde toevoegen aan het werk. Dit kan leiden tot inefficiëntie, vermoeidheid en blessures.
    • Voorbeeld: Het zoeken naar gereedschap, onnodig lopen tussen werkstations, rekken en strekken om iets te pakken.
  4. Wachten (Waiting):
    • Wat is het? Tijd waarin medewerkers of machines wachten op de voltooiing van een voorgaande stap in het proces, op materialen, informatie of goedkeuringen. Deze tijd voegt geen waarde toe.
    • Voorbeeld: Een machine die stilstaat omdat er geen materiaal is, een medewerker die wacht op goedkeuring van een manager, klanten die in een wachtrij staan.
  5. Overproductie (Overproduction):
    • Wat is het? Meer produceren dan de klant op dit moment vraagt, of eerder produceren dan nodig is. Dit is vaak de ergste verspilling, omdat het andere verspillingen (voorraad, transport, wachten) veroorzaakt.
    • Voorbeeld: Te veel rapporten maken die niemand leest, meer maaltijden bereiden dan verkocht worden, het versturen van ongevraagde informatie.
  6. Overbewerking (Over-processing):
    • Wat is het? Meer werk of stappen toevoegen aan een product of dienst dan de klant eigenlijk nodig heeft of bereid is voor te betalen. Dit kan komen door te hoge kwaliteitseisen, onduidelijke specificaties of onnodige controles.
    • Voorbeeld: Meerdere keren controleren wat al gecontroleerd is, een complexere functie ontwikkelen dan de gebruiker nodig heeft, onnodig glimmend poetsen van een onderdeel dat in de machine verdwijnt.
  7. Defecten (Defects):
    • Wat is het? Fouten, productiefouten of servicefouten die leiden tot herstelwerk, afkeur, klachten of retourzendingen. Dit kost extra tijd, materialen en vermindert de klanttevredenheid.
    • Voorbeeld: Een product dat gerepareerd moet worden, een onjuiste data-invoer die later hersteld moet worden, een verkeerd bezorgd pakket.

Type-I muda creëert geen waarde maar is onvermijdelijk met de huidige technologieën en productie-assets. Een voorbeeld is de inspectie van lasnaden om te garanderen dat ze veilig zijn. 

Type-II muda creëert geen waarde en kan direct worden geëlimineerd. Een voorbeeld is een proces met ontkoppelde stappen in procesdorpen dat snel kan worden geherconfigureerd tot een cel waarin overbodige materiaalbewegingen en voorraden niet langer nodig zijn. 

De meeste activiteiten in de value stream die echt waarde creëren in de ogen van de klant vormen slechts een fractie van het totale aantal activiteiten. Eliminatie van het grote aantal verspillende activiteiten is de grootste potentiële bron van verbetering van de prestatie van een bedrijf en van de dienstverlening aan klanten. 

Lean Lexicon

Uitleg van de belangrijkste Lean begrippen online
Bekijk de gehele lexicon