Lean Thinking and Practice

Een gedachteproces in vijf stappen dat Womack en Jones in 1996 introduceerden om managers te begeleiden bij een Lean transformatie. De vijf principes zijn: 

  1. Specificeer per productfamilie waarde vanuit het standpunt van de eindconsument.
  2. Identificeer voor elke productfamilie alle stappen in de value stream. Elimineer waar mogelijk de stappen die geen waarde creëren.
  3. Zorg dat de waardecreërende stappen snel achter elkaar worden uitgevoerd, zodat het product zonder haperingen zijn weg vindt naar de klant.
  4. Als deze flow eenmaal is bewerkstelligd, laat klanten dan door middel van het pullprincipe waarde betrekken bij de eerstvolgende stroomopwaartse activiteit.
  5. Als de waarde is gespecificeerd, de value streams zijn geïdentificeerd, de overbodige stappen zijn verwijderd en flow en pull zijn geïntroduceerd, herhaal dit proces dan steeds opnieuw totdat er een staat van perfectie is bereikt waarin perfecte waarde wordt gecreëerd zonder verspilling.

(Gebaseerd op Womack en Jones 2010/2018, pag. 12.) 

In 2007 vereenvoudigden Womack en Jones de vijf stappen tot Purpose, Process en People: 

Purpose: het primaire doel van elke organisatie en de eerste stap in elk Lean gedachteproces is de correcte specificatie van de waarde waarnaar de klant op zoek is om de problemen van de klant op een kosteneffectieve manier op te lossen, zodat de organisatie succesvol kan opereren. 

Process: wanneer het doel eenmaal is gespecificeerd, richt men zich op het proces (de value stream) dat wordt gebruikt om dit doel te bereiken. Over het algemeen is dit het gecombineerde resultaat van drie processen: product- en procesontwikkeling, uitvoering van order tot levering en ondersteuning van het product en de klant gedurende de periode dat het product wordt gebruikt. Deze primaire processen worden mogelijk gemaakt door allerlei secundaire, ondersteunende processen binnen de organisatie en stroomopwaarts. 

Het ideale proces is een proces waarin elke stap (actie): 

  • Waardevol is: de klant is bereid om voor de stap te betalen omdat hij waarde oplevert en zou protesteren als de stap werd weggelaten;
  • Capabel is: hij levert elke keer een goed resultaat op;
  • Beschikbaar is: hij kan worden uitgevoerd op elk moment dat hij nodig is;
  • Adequaat is: hij bezit het vermogen om de continuous flow in de productie te handhaven;
  • Flexibel is: hij kan een reeks verschillende producten binnen een productfamilie een proces laten doorlopen zonder batchvorming en vertragingen.

Daarnaast zijn in het ideale proces de stappen aan elkaar gekoppeld door:

  • Flow: de goederen of diensten gaan meteen van de ene stap naar de volgende over zonder onderbrekingen;
  • Pull: wanneer continuous flow niet mogelijk is, krijgt elke stap stroomafwaarts precies wat hij nodig heeft van de vorige stap stroomopwaarts;
  • Nivellering: vanaf een pacemakerpunt de uitvoering van het proces nivelleren en intussen blijven voldoen aan de behoeften van de klant. 


People: als de primaire en ondersteunende processen die nodig zijn om waarde te creëren voor de klant eenmaal zijn geïdentificeerd, moet er iemand verantwoordelijk worden gemaakt voor elke value stream. Deze value stream manager moet de inspanningen van iedereen die betrokken is bij een value stream op elkaar afstemmen om hem gestaag naar de klant te leiden en intussen de prestaties voortdurend naar een hoger plan te brengen. Hiervoor is het volgende nodig:

  • Een masterplan voor de onderneming, vaak strategy deployment genoemd;
  • Frequente verbetercycli voor elk proces, vaak uitgevoerd met behulp van A3-analyses die mede bestaan uit value stream maps;
  • Standaard werk met standaard management voor elke stap in elk proces.

Lean Lexicon

Uitleg van de belangrijkste Lean begrippen online
Bekijk de gehele lexicon